VERSCHILLENDE ROLLEN IN
GEESTELIJKE ZORG
Het belangrijkste verschil tussen een psychotherapeut, een psycholoog, een psychiater en een psychoanalyticus ligt in hun opleiding, aanpak en focus:
Psychotherapeut: Een psychotherapeut is iemand die psychotherapie geeft met als doel jouw welzijn of gezondheid te verbeteren. De titel van psychotherapeut is niet beschermd waardoor eenieder die denkt een ander te kunnen helpen zich psychotherapeut kan noemen. Meestal hebben psychotherapeuten een opleiding gevolgd bij een bepaalde school of instantie.
Psycholoog: Psychologen hebben doorgaans een universitaire opleiding in de psychologie gevolgd. Het zijn professionals die zich toeleggen op het analyseren, onderzoeken en diagnosticeren van menselijk gedrag. De focus ligt op het begrijpen van de complexe processen die ten grondslag liggen aan gedachten, emoties en gedragingen. Ze kunnen verschillende specialisaties hebben, zoals klinische -, neuro-, ontwikkelingspsychologie, enzovoort. Psychologen richten zich voornamelijk op het begrijpen en behandelen van psychische problemen met behulp van therapieën, counseling en gedragstherapeutische interventies. Ze werken vaak in verschillende settings, waaronder ziekenhuizen, scholen en privépraktijken.
Psychiater: Een psychiater is een arts die gespecialiseerd is in de diagnose van psychische stoornissen en de behandeling daarvan door medicatie (psychofarmaca). Ze zijn dus bevoegd om medicatie voor te schrijven en richten zich op biologische en neurologische aspecten van psychische aandoeningen. Psychiaters kunnen in sommige gevallen ook therapie aanbieden als zij een bijkomende therapieopleiding volgden. Hun benadering is echter gericht op medicatiebeheer.
Psychoanalyticus: Een psychoanalyticus is (doorgaans) een psycholoog die gespecialiseerd is in de psychoanalyse, een therapeutische benadering die oorspronkelijk ontwikkeld werd door Sigmund Freud maar zich blijft aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. Je mag van een psychoanalyticus dan ook verwachten dat hij zich permanent bijschoolt.
Hij werkt niet sturend en reikt geen “instant” oplossingen aan maar biedt de ruimte om de oorzaken aan de oppervlakte te brengen. Als gevolg zijn de lange termijneffecten van een analyse van meer blijvende aard.
Psychoanalytici gebruiken naast de therapeutische relatie zélf ook technieken zoals vrije associatie, droomanalyse en overdracht (werken met emoties of gevoelens die geprojecteerd worden) om zo inzicht te krijgen in de diepere lagen van de psyche. Die “diepere” lagen blijken vaak helemaal niet zo “diep” te liggen maar liggen eerder aan de oppervlakte. De kans dat men “hervalt” in zijn of haar probleem is significant kleiner. Mijn therapeutische benadering is hierop geïnspireerd.